U bent hier: Home - Risico's - Werken op hoogte

Printvriendelijke versie

 
 
 

Werken op hoogte




Bij werken op hoogte is er valgevaar. Niet alleen de hoogte, maar ook het karakter van de werkzaamheden en de directe omgeving bepalen het aanwezige gevaar. De meeste ongevallen door vallen ontstaan door het verlies van evenwicht, onvoldoende beveiliging of het ontbreken daarvan en verkeerd gebruik van arbeidsmiddelen zoals een ladder of steiger. Valgevaar moet worden voorkomen.

Gebruik van ladders en trappen
  • De ladder is niet bedoeld als werkplek. Het gebruik van de ladder als werkplek is dan ook niet toegestaan wanneer een ander, veiliger arbeidsmiddel kan worden gebruikt. Als andere arbeidsmiddelen niet toegepast kunnen worden, is gebruik toegestaan bij lichte en kortstondige werkzaamheden.
  • Het hanteren op een ladder of trap van gereedschap of materialen van meer dan 10 kg is niet toegestaan, evenmin als gereedschap waarmee op de gebruiker een momentkracht kan worden uitgeoefend van meer dan 100 N (10 kgf).

De werkgever moet de werkplek beveiligen:
  • Als er gewerkt wordt op 2,5 m hoogte of meer.
  • Bij ieder valgevaar als arbeid wordt verricht op arbeidsplaatsen die in beweging zijn of kunnen komen.
  • Als het hoogte verschil kleiner is dan 2,5 m en er sprake is van risicoverhogende omstandigheden waardoor de gevolgen van een val erger worden (bijvoorbeeld bij het werken boven water of boven stekeinden en bij de aanwezigheid van verkeer).


Welk beroep heeft te maken met valgevaar?
Gevelmonteur / gevelbekleder


Wat zegt de wet- en regelgeving?


Wettelijke verplichtingen
Werkzaamheden op hoogte mogen alleen worden uitgevoerd vanaf een veilige en ergonomisch verantwoorde steiger, stelling, bordes of werkvloer. Als dat niet mogelijk is, moet u het meest geschikte arbeidsmiddel kiezen om het werk zo veilig mogelijk te kunnen uitvoeren. Uit de risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) zal moeten blijken wat het meest geschikte middel is in een bepaalde situatie.

Arbobesluit: Artikel 3.16 Voorkomen valgevaar
  • Het Arbobesluit eist dat de werkgever maatregelen neemt om valgevaar te voorkomen. Er is sprake van valgevaar bij aanwezigheid van risicoverhogende omstandigheden, openingen in vloeren of als het gevaar bestaat om 2,5 m of meer te vallen. Dit kan door middel van het aanbrengen van een veilige steiger, stelling of werkvloer of het aanbrengen van doelmatige hekwerken en leuningen. Als deze voorzieningen niet aangebracht kunnen worden omdat bijvoorbeeld het aanbrengen ervan te grote risico's met zich meebrengt, mogen vangnetten of harnasgordels met lijnen worden gebruikt.

Arbobesluit: Artikel 7.23 Algemeen
  • Werkzaamheden op hoogte mogen alleen worden uitgevoerd vanaf een veilige en ergonomisch verantwoorde steiger, stelling, bordes of werkvloer. Als dat niet mogelijk is, moet u het meest geschikte arbeidsmiddel kiezen om het werk zo veilig mogelijk te kunnen uitvoeren. Uit de risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) zal moeten blijken wat het meest geschikte middel is in een bepaalde situatie. Het gebruik van de ladder als werkplek moet zoveel mogelijk beperkt worden tot situaties waarin het gebruik van een ander veiliger arbeidsmiddel niet gerechtvaardigd is in verband met het geringe risico en:
    • vanwege de korte gebruiksduur of;
    • vanwege bestaande kenmerken van de locatie die de werkgever niet kan veranderen.

Arbobesluit: Artikel 7.23A Specifieke bepalingen betreffende het gebruik van ladders en trappen
  • Ladders en trappen worden zodanig geplaatst dat hun stabiliteit tijdens gebruik is gewaarborgd. Het wegglijden van de ladder wordt tegengegaan. Toegangsladders steken tenminste 1 m boven het toegangsniveau uit.

Arbobesluit: Artikel 7.23B Specifieke bepalingen betreffende steigers
  • Als de fabrikant / leverancier geen sterkte- of stabiliteitsberekening beschikbaar stelt, dan moet deze alsnog worden uitgevoerd, tenzij de steiger wordt opgebouwd volgens een algemeen erkende standaardconfiguratie:
    • Als bepaalde delen van de steiger niet gebruiksklaar zijn, dan worden deze gemarkeerd en afgebakend.
    • Steigers worden alleen opgebouwd, afgebroken of ingrijpend veranderd onder leiding van een bevoegd persoon en door werknemers die voor de beoogde werkzaamheden een specifieke opleiding hebben ontvangen.

Arbobesluit: Artikel 7.23C Specifieke bepalingen betreffende het gebruik van toegangs- en positioneringstechnieken met lijnen
  • Dit artikel geeft specifieke voorschriften voor het gebruik van toegangs- en positioneringstechnieken met lijnen. De betrokken werknemers moeten een adequate en specifieke opleiding hebben ontvangen.

Arbobesluit: Artikel 7.23D Specifieke bepalingen betreffende het gebruik van werkbakken
  • Vervoer van werknemers met behulp van een werkbak gekoppeld aan een hijs- of hefwerktuig is alleen is toegestaan als het gaat om werkzaamheden die jaarlijks hooguit enkele keren plaatsvinden, en:
    • die per keer niet langer duren dan vier uren, op plaatsen die moeilijk bereikbaar zijn;
    • indien toepassing van andere, meer geëigende middelen om die plaatsen te bereiken, grotere gevaren zou meebrengen of als de toepassing van zodanige middelen redelijkerwijs niet kan worden gevergd.
  • Een risico-inventarisatie en -evaluatie moet dit uitwijzen.
  • Als de werkbak is bevestigd aan een hijskraan bedraagt de belasting door de volbelaste werkbak en het bijbehorend hijsgereedschap niet méér dan één kwart van de toelaatbare werklast van de hijskraan. Bij gebruik van een werkbak die is bevestigd aan een vast-opgestelde hijskraan of aan een op een permanente kraanbaan opgestelde hijskraan bedraagt de belasting niet meer dan driekwart van de nominale belasting waarvoor deze kranen zijn ontworpen.
  • De bedieningsplaats van het hijs- of hefwerktuig moet permanent bemand zijn.  De werknemers die worden gehesen of geheven beschikken over een doeltreffend communicatiemiddel, en er zijn doeltreffende voorzieningen getroffen om de werknemers bij gevaar te kunnen evacueren.

Arbobesluit: Artikel 7.34 Steigers
  • De veiligheid van de constructie van een steiger wordt regelmatig gecontroleerd door een ter zake deskundig persoon, in ieder geval vóór de ingebruikneming en verder na ieder wijziging in de constructie van de steiger, na een periode waarin de steiger niet is gebruikt, na abnormale weersomstandigheden en na iedere uitzonderlijke gebeurtenis.


Natuursteenbedrijf cao-bepalingen
  • Hoofdstuk 8; Welzijn en zekerheid;
    • Artikel 32E, Risico-inventarisatie en -evaluatie (Rl&E).
  • Hoofdstuk 10; Arbeidsomstandigheden en veiligheid;
    • Artikel 47 Stichting Arbouw, lid 2, 3, 4, 5.


Meer informatie
   
   
 

Download gehele risico als PDF

 
 
 

< terug naar vorige pagina